De theorie voor het Militair Ruiterbewijs bestaat uit twee onderdelen:
Beide examens worden in ‘multiple choice’-vorm getoetst tijdens door de Stichting Militair Ruiterbewijs georganiseerde examens.
De theorie voor het Ruiterbewijs is niet vereist voor ruiters die het Ruiterbewijs of het Koetsiersbewijs van de KNHS of SRR reeds behaald hebben en voor ruiters die een ander bewijs kunnen overleggen waaruit naar het oordeel van de Stichting Militair Ruiterbewijs blijkt dat zij over vergelijkbare kennis en vaardigheden beschikken.
Ruiters die een theorieonderdeel niet behalen kunnen dit opnieuw afleggen tijdens een volgend examen van de Stichting Militair Ruiterbewijs of tijdens een examen van de SRR. In het tweede geval dient de ruiter zelfstandig contact op te nemen met de SRR. Indien een ruiter de rijproef wel behaalt maar een theorieonderdeel (of beide theorieonderdelen) niet, dan moet het betreffende theorieonderdeel (of in voorkomend geval beide theorieonderdelen) binnen twee jaar alsnog worden behaald. Als het theorieonderdeel pas na twee jaar na de rijproef wordt behaald moet ook de rijproef opnieuw worden afgelegd om het Militair Ruiterbewijs te kunnen behalen.